Behandeling

De diagnostiek levert informatie over het stadium van de ziekte.
Galwegkanker wordt ingedeeld op basis van de ligging ten opzichte van de lever:

In de lever: intrahepatische galwegkanker;Buiten de lever: extrahepatische galwegkanker.

Galwegkanker buiten de lever wordt onderverdeeld in:

Galwegkanker aan het einde van de galwegen, dicht in de buurt van de alvleesklier (distale galwegkanker);Galwegkanker nabij de lever (proximale galwegkanker, ook wel de Klatskin tumor genoemd).
  • Afhankelijk van de doorgroei van de tumor bekijken we of een operatie mogelijk is.

    Het behandelteam zal allereerst beoordelen of de tumor geheel te verwijderen is. Dit is afhankelijk van eventuele doorgroei van de tumor in de lever en de overige omliggende weefsels. Als het op basis van de beeldvorming mogelijk wordt geacht de tumor te verwijderen, zal de chirurg met u bespreken hoe uitgebreid de operatie lijkt te worden. Vaak volgt in de periode na de operatie nog aanvullende chemotherapie. Deze heeft als doel de kans op terugkeer van de kanker zoveel mogelijk te verkleinen. Chemotherapie na de operatie is in het geval van galblaaskanker echter geen standaardbehandeling.

  • Onder een palliatieve behandeling verstaan we een antitumorbehandeling die u niet meer kan genezen, maar wel uw leven kan verlengen en/of uw klachten kan verminderen.

    Als genezing niet meer mogelijk is, doordat de tumor niet verwijderd kan worden, zal de arts een palliatieve behandeling voorstellen. Afhankelijk van uw lichamelijke conditie kan dat chemotherapie zijn. Bij patiënten in een goede lichamelijke conditie bestaat de therapie bij voorkeur uit een combinatie van twee chemotherapeutica. Bij minder fitte patiënten bestaat therapie bij voorkeur uit één soort chemotherapie. Dit is een mildere behandeling, die echter helaas ook minder effectief is.

  • Soms is een anti-kanker behandeling niet meer mogelijk. Bijvoorbeeld omdat de leverfunctie of uw algehele conditie te slecht is. In die gevallen levert een behandeling u juist vaak meer nadelen (complicaties) op, terwijl er geen of maar een heel klein effect op de kanker of uw levensverwachting te verwachten is. In deze gevallen is het extra belangrijk dat de aandacht gericht wordt op het behandelen van uw klachten, om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld goede pijnstilling of het bestrijden van misselijkheid en andere klachten. Uw huisarts speelt in deze fase een belangrijke rol. Uw huisarts wordt per brief en, indien nodig, ook telefonisch geïnformeerd, zodat hij de zorg over kan nemen wanneer er geen behandeling in het ziekenhuis meer mogelijk is. Uiteraard is er altijd overleg tussen de huisarts en het ziekenhuis mogelijk in geval van vragen.

    Lees meer

Sluit de enquête