Alle vrouwen van 30 tot en met 60 jaar krijgen van het RIVM een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Er wordt dan een uitstrijkje gemaakt. Het uitstrijkje wordt eerst onderzocht op de aanwezigheid van het humaan papillomavirus (HPV). Als het virus niet aanwezig is (HPV-negatief), is er vrijwel geen risico op een voorstadium van baarmoederhalskanker. Als dit virus wel aanwezig is, dan wordt ook meteen gekeken of er afwijkende cellen uit de baarmoederhals in het uitstrijkje zitten. Dat kan namelijk betekenen dat er een voorstadium aanwezig is. Maar dat hoeft niet. Lang niet iedereen die HPV-positief is, heeft een voorstadium van baarmoederhalskanker.
Op deze pagina leest u meer over afwijkingen van de baarmoederhals en de eventuele vervolgonderzoeken.
Verpleegkundig specialisten Charlotte Penders en Moniek Kamps beantwoorden vragen over HPV en het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker


