Behandeling
Als uit het beeldvormend onderzoek blijkt dat de tumor zich beperkt tot de maag en omringende lymfeklieren dan bestaat de behandeling uit een combinatie van een operatie met vooraf en achteraf 3 kuren chemotherapie. Uiteraard bepalen ook persoonlijke factoren, zoals uw algehele conditie en wensen, mede de behandelingsmogelijkheden. Het doel van de behandeling is om de kans op genezing zo groot mogelijk te maken. Als het niet mogelijk is de tumor via een operatie te verwijderen, is een palliatieve behandeling de enige mogelijkheid.
LinksOnder een palliatieve behandeling verstaan we een antitumorbehandeling die u niet meer kan genezen, maar wel uw leven kan verlengen en/of uw klachten kan verminderen.
Als er bij de diagnose sprake is van uitzaaiingen in overige organen (zoals de lever of het buikvlies) is genezing meestal niet meer mogelijk. Er volgt dan een palliatieve behandeling om het voortschrijden van de ziekte ze veel mogelijk af te remmen en de klachten zo veel mogelijk te verminderen. Bij patiënten in een goede lichamelijke conditie bestaat de palliatieve behandeling uit een combinatie van medicijnen (chemotherapie) en eventueel antilichaamtherapie gericht tegen de zogenaamde HER2-receptor.Bij minder fitte patiënten bestaat de behandeling meestal uit één soort chemotherapie. Als uw conditie chemotherapie niet toelaat of als u geen chemotherapie wenst te ondergaan, maar er is wel sprake van moeilijke passage van voedsel, dan kunt u een zogenaamd overloopje laten aanleggen. Hierbij sluit de chirurg de dunne darm aan op de maag boven de plaats waar de tumor zich bevindt, zodat het voedsel toch in de dunne darm kan komen. Als de tumor zich hoog in de maag bevindt – in de maagmond – dan kan het plaatsen van een buisje (stent) ervoor zorgen dat het voedsel toch in de maag kan komen.
Soms is een anti-kanker behandeling niet meer mogelijk. Bijvoorbeeld omdat de leverfunctie of uw algehele conditie te slecht is. In die gevallen levert een behandeling u juist vaak meer nadelen (complicaties) op, terwijl er geen of maar een heel klein effect op de kanker of uw levensverwachting te verwachten is. In deze gevallen is het extra belangrijk dat de aandacht gericht wordt op het behandelen van uw klachten, om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld goede pijnstilling of het bestrijden van misselijkheid en andere klachten. Uw huisarts speelt in deze fase een belangrijke rol. Uw huisarts wordt per brief en, indien nodig, ook telefonisch geïnformeerd, zodat hij de zorg over kan nemen wanneer er geen behandeling in het ziekenhuis meer mogelijk is. Uiteraard is er altijd overleg tussen de huisarts en het ziekenhuis mogelijk in geval van vragen.